Wmo hulpmiddelen | Programmabegroting 2025

bedragen x € 1 miljoen
	realisatie				begroting
kostensoort	lasten 2022	baten 2022	lasten 2023	baten 2023	lasten 2024	baten 2024	lasten 2025	baten 2025	lasten 2026	baten 2026	lasten 2027	baten 2027	lasten 2028	baten 2028
personeel	1,4		1,7		1,9		1,9		1,8		1,8		1,8
inhuur	0,3		0,4
subsidie	0,0
uitkeringen	5,1	0,1	6,8	0,3	7,9	0,3	8,5	0,4	8,6	0,3	8,9	0,3	9,2	0,3
inkoop	1,3		2,4		0,0		0,0		0,0		0,0		0,0
totaal	8,2	0,1	11,2	0,3	9,8	0,3	10,5	0,4	10,5	0,3	10,8	0,3	11,0	0,3

Met dit bedrag betalen we hulpmiddelen voor inwoners die gebruik maken van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat bijvoorbeeld om scootmobielen, trapliften en woningaanpassingen. Dit kan op drie manieren:

Wij betalen een zorgaanbieder en zij verhuren hulpmiddelen aan de klant.
Wij kopen hulpmiddelen zelf in en geven deze aan de klant.
Wij geven klanten met een persoonsgebonden budget geld en dan mogen zij zelf een hulpmiddel kopen. Bijvoorbeeld als zij een ander merk traplift willen hebben dan dat wij bieden.

Voor de Wmo hulpmiddelen maken wij verschillende kosten. We maken loonkosten voor:

Wmo consulenten voor complexe dossiers. Zij beoordelen complexe aanvragen voor hulpmiddelen vanuit het stadhuis.
Wmo consulenten voor standaard dossiers. Zij doen dit vanuit het Servicepunt.
ondersteuning aan de Wmo consulenten vanuit het Servicepunt.

Daarnaast betalen wij zorgaanbieders voor het verstrekken van de hulpmiddelen. We regelen dit lokaal.

Wij ontvangen van klanten een eigen bijdrage per maand als zij een Wmo beschikking (een besluit over welke zorg de klant nodig heeft) hebben. Dit noemen we het abonnementstarief. Deze inkomsten staan bij de activiteit Wmo ondersteuning.

Is deze activiteit door ons beïnvloedbaar en zo ja, in welke mate?

Deze activiteit is:

1% tot 25% beïnvloedbaar

Wij hebben een wettelijke taak om maatschappelijke ondersteuning te geven aan inwoners als zij dat nodig hebben. In de wet staat niet op welke manier wij dat moeten doen, wel staat er dat er in principe binnen acht weken een indicatie moet worden afgegeven.

Wij kunnen ervoor kiezen om de hulpmiddelen die wij aanbieden te versoberen. Hiervoor ligt een bezuinigingsopdracht van € 0,1 miljoen vanaf 2026
Zo willen wij strengere regels voor scootmobielen zodat er meer 'basis'scootmobielen worden verstrekt. Ook willen we meer inzetten op collectieve uitleen. Verder gaan we ook de regels voor woningaanpassingem aanscherpen.

Prijzen die wij aan zorgaanbieders betalen kunnen we niet aanpassen
Op dit moment kunnen wij de prijzen niet aanpassen. Het is een wettelijke plicht om een reëel tarief te bieden. Door middel van onafhankelijk prijsonderzoek zijn onze tarieven momenteel reëel. Door de stijging van lonen en grondstofprijzen zien wij overigens wel dat de prijzen harder stijgen dan de normale inflatie. Dit is een risico.

Maatschappelijke gevolgen

De bezuinigingen kunnen leiden tot versobering van de zorg en ongenoegen van inwoners.

Wat zijn de externe factoren (risico’s) die de activiteit kunnen beïnvloeden?

De Wmo hulpmiddelen is een open einde regeling. Dat betekent dat wij iedereen moeten helpen die daar recht op heeft.
Als gevolg van het stijgen van de prijzen bestaat de kans dat wij de zorgaanbieders meer moeten betalen dan waar wij nu rekening mee houden. Als de prijzen stijgen dan groeien de inkomsten uit het gemeentefonds ook, maar de kans bestaat dat dit niet genoeg is om de hogere kosten te dekken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een nieuwe aanbesteding.
Als gevolg van een veranderende samenstelling van inwoners in de stad en maatschappelijke ontwikkelingen bestaat de kans dat we meer Wmo aanvragen ontvangen. We moeten dan meer kosten maken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een toename van het aantal ouderen of als ouderen thuis willen blijven wonen.
Als gevolg van wijzigingen in de wet- en regelgeving van het Rijk bestaat de kans dat we meer taken moeten uitvoeren. Als het gemeentefonds niet alle kosten vergoedt dan maken wij meer kosten. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om wijzigingen in het tarief.
Als gevolg van nieuwe voorzieningen en hulpmiddelen (door technische ontwikkelingen) bestaat de kans dat inwoners langer van zorg gebruik maken doordat ze langer thuis blijven wonen. Hierdoor maken wij per inwoner meer kosten.
Als gevolg van het op slot zitten van de woningmarkt en het minder beschikbaar komen van aangepaste woningen bestaat de kans dat wij meer moeten investeren in aanpassingen van woningen.