Alternatieve bezuinigingen

bedragen x € 1.000

Precariobelasting wordt in rekening gebracht voor het gebruik van gemeentegrond. Deze belasting is verschuldigd voor het plaatsen van voorwerpen op gemeentegrond, bijvoorbeeld op de stoep.
Voorwaarden om precariobelasting te kunnen heffen, zijn:
- de voorwerpen moeten zich onder, op of boven gemeentegrond bevinden;
- die bovendien voor de openbare dienst bestemd moet zijn;
- de grond moet eigendom zijn van de gemeente;
- de gemeente moet niet rechtens verplicht zijn het hebben van de voorwerpen te gedogen.
In Almere betaalt men op dit moment precariobelasting voor tijdelijke en vaste standplaatsen. Tijdelijke standplaatsen zijn standplaatsen voor bijvoorbeeld het uitdelen van proefverpakkingen. Vaste standplaatsen zijn standplaatsen voor bijvoorbeeld marktkramen, oliebollenkramen en viskramen.

Maar het is mogelijk om meer voorwerpen in de precariobelasting te betrekken. In het verleden betrokken we in Almere ook in de precariobelasting:
- terrassen
- uitstallingen,
- reclameborden en
- speeltoestellen

In Nederland heffen ook veel gemeenten precariobelasting voor bouwketen, bouwkranen en bouwmaterialen op gemeentegrond.

In juni 2014 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen om precario op terrassen, uitstallingen, reclameborden en speeltoestellen af te schaffen. Achtergrond hiervan was dat de opbrengsten niet meer opwogen tegen de kosten. De verordening is hierop aangepast, zodat hierover per 1 januari 2015 geen precario meer verschuldigd is.

De tarieven waren destijds als volgt (omgerekend naar prijspeil 2024):
- Uitstallingen tot 2 m² € 78
- Uitstallingen groter dan 2 m² € 55
- Reclamebord € 39
- Verkooptoestel € 78
- Terras per m² € 10

Voor de toekomst zijn twee voorstellen mogelijk:
Voorstel 1 is om de afschaffing terug te draaien, zodat per 2025 weer precariobelasting geheven kan worden voor de terrassen, uitstallingen, reclameborden en speeltoestellen.

Voorstel 2 is de precariobelasting verder uit te breiden, bijvoorbeeld met een  heffing voor bouwmateriaal bij bouwterreinen zoals bouwplaten, containers, keten. Dat is in Almere nooit belast, omdat de politieke mening was dat bouwen in onze gemeente gestimuleerd moest worden.

bedragen x € 1.000

De hondenbelasting is een echte belasting. Gericht op het genereren van algemene middelen die onder het budgetrecht van de gemeenteraad vallen. Het is niet een heffing die bedoeld is om voorzieningen voor hondenbezitters te financieren. We hebben de hondenbelasting afgeschaft per 1 januari 2019. Dit hebben toen gedaan omdat er een trend was waarbij steeds meer gemeenten de hondenbelasting afschaften in de verwachting dat een landelijk belastingherziening op termijn de hondenbelasting zou afschaffen en vervangen door nieuwe vormen van belasting (bijv. een ingezetenenbelasting). De hondenbelasting is afgeschaft in 2019 met tegelijkertijd het voornemen de toeristenbelasting in te voeren. In 2018 hebben we aan hondenbelasting voor het laatst € 1,2 miljoen ontvangen. Dit was inclusief kwijtscheldingsmogelijkheid voor de 1e hond. Momenteel betalen hondenbezitters hiervoor geen belasting. Wél maken zij gebruik van de voorzieningen die gemeente Almere hiervoor heeft aangelegd (denk aan hondenvelden/stranden, palen met zakjes voor ontlasting etc.). Voor het huidige voorzieningenniveau wordt momenteel niet betaald door de hondenbezitters. Almere wordt na invoering van deze maatregel een minder aantrekkelijke stad voor hondenbezitters.

Het invoeren van deze maatregel zorgt voor een scheve lastenverdeling. Primair worden alle hondenbezitters extra belast. Huisdierenbezitters worden hiermee ongelijk behandeld omdat bezitters van andere huisdieren hiervoor geen belasting hoeven te betalen. Almeerse inwoners die de hondenbelasting niet kunnen betalen zetten mogelijk hun hond op straat. Daarnaast zullen inwoners wellicht hun hond niet aangeven en proberen de belasting niet te betalen. Voor de gemeente zou dit kunnen leiden tot een relatief kostbaar invorderingstraject.

We moeten rekening houden met het feit dat de herinvoering van deze belasting waarschijnlijk zal leiden tot meer bezwaren in de eerste paar jaren. Daarnaast is er meer controle en toezicht op straat nodig. We houden daarom ook rekening met perceptiekosten.

Er zal over een langere periode inspanning moeten worden geleverd om de administratie weer op te bouwen waarin de honden en eigenaren worden geregistreerd. Gezien de korte levensduur van honden (grote honden worden gemiddeld 7 a 8 jaar) is het bestand van 2018 verouderd en niet langer actueel. Ook geven niet alle inwoners hun hond aan voor de hondenbelasting. We kunnen een beroep doen op de integriteit van de inwoners door hen te informeren over de herinvoering van deze belasting en te vragen als zij informatie kunnen opleveren over het aantal honden dat zij in bezit hebben. We verwachten dat de opbrengsten een oplopende trend zullen volgen nadat de administratie hiervoor is ingericht en er actieve handhaving plaatsvindt.