Op basis van bovenstaande verwachtingen over 2024 en de jaren daarna is een doorrekening gemaakt van het begrote verloop van de grondexploitaties. Dit is als het ware een ‘lichte’ actualisering van het MPGA, met de kennis die we halverwege het lopende jaar hebben. We kunnen daarmee een voorspelling doen van het verwachte verloop van het weerstandsvermogen, waarmee we inzicht krijgen in de verwachte afdracht aan de algemene dienst in 2024. Bij de Programmarekening 2024 weten we wat er werkelijk afgedragen kan worden.
We onderscheiden hierbij het ‘harde’ en het ‘zachte’ weerstandsvermogen. Het zachte weerstandsvermogen is het vermogen dat wij in de toekomst nog verwachten te verdienen. Het harde weerstandsvermogen is het vermogen dat al verdiend is. Wij moeten den deel van dat geld reserveren om risico’s op te kunnen vangen. Op basis van de tussentijdse actualisatie verwachten we dat het vrij beschikbare saldo van het harde weerstandsvermogen uitkomt op € 17,9 miljoen. Dit bedrag kan bij de Programmarekening 2024 naar verwachting vrijvallen aan de algemene dienst.
Kanttekening hierbij is dat over de fiscale winst van het grondbedrijf over 2024 nog vennootschapsbelasting (VPB) moet worden betaald. Voor de winst van het grondbedrijf wordt dat geschat op € 2,6 miljoen, waardoor er € 15,3 miljoen netto besteedbaar is.
Bij de Programmabegroting 2024 hebben we alvast een eerste inschatting van € 15,7 miljoen netto in de begroting verwerkt. De huidige verwachting valt dus iets lager uit. Bij de Programmarekening 2024 weten we wat het werkelijk is.