Personeel en inhuur: Dit zijn de salariskosten van ons personeel en de kosten van extern personeel dat we inhuren. Soms moeten we flexibel zijn. Bijvoorbeeld bij burgerzaken of de omgevingsvergunningen. Het ophalen van afval wordt ook vooral door ingehuurd personeel gedaan. Ook huren we in voor tijdelijke programma’s en projecten. En soms moeten we een expert inhuren omdat we die kennis niet in huis hebben.
Subsidie: Dit is geld wat wij een instellingen geven voor een bepaalde klus. Ons besluit om subsidie te geven heet 'beschikking'. In de subsidiebeschikking staat waaraan de instelling het geld mag uitgeven. We geven veel subsidie aan: kunst en cultuur, de bibliotheek, welzijn, gezondheidszorg, openbaar vervoer, de veiligheidsregio en de sociale werkvoorziening.
Opdrachten: Dit is werk voor de aanleg en inrichting van nieuwe gebieden (grondexploitaties).
Beheer   Dit zijn kosten die we maken voor het beheer en onderhoud van onze stad en onze gebouwen. Het gaat om groot onderhoud, dagelijks onderhoud, het herstellen van schade en schoonmaakonderhoud.
Uitkeringen: Dit is geld wat we geven aan inwoners en instellingen om ze te ondersteunen, maar ook hulpmiddelen. Grootste uitkeringen zijn: de bijstand, de jeugdhulp en de Wmo.
Inkoop en doorbelasting: Dit is een verzameling van kosten. Het gaat om kosten die we aan andere partijen betalen. Zoals verwerkingskosten van afval, verzekeringen, elektriciteit, servicecontracten, advieswerk, opleiding en nog veel meer.  
Belasting: Dit zijn de kosten die we moeten maken om belasting te innen.
Rente en afschrijving: Dit is de rente die we betalen over onze geldleningen en de afschrijving van onze investeringen.Voorbeelden zijn: schoolgebouwen, parkeergarages, gebouwen voor sport, cultuur en de bibliotheek en auto’s en vuilniswagens. De investeringskosten verdelen we over alle jaren dat we de investering gebruiken. Dit noemen we afschrijven.
Voorzieningen: Voor uitgaven in de toekomst sparen we geld in een voorziening. He gaat bijvoorbeeld om de kosten van pensioen en wachtgeld van voormalig wethouders. Ook houden we geld apart voor inwoners die hun belastingen niet (kunnen) betalen. Geld dat wij ontvangen van anderen voor een specifieke taak stoppen we ook in een voorziening. Het gaat bijvoorbeeld om bijdragen voor de gebiedsontwikkeling Oosterwold of de rioolheffing die we sparen om het riool in de toekomst te vervangen.
Reserves: Dit zijn onze spaarpotten. We stoppen eigen geld in reserves om bepaalde uitgaven te kunnen doen. Ook stoppen we geld in de risicoreserve om de risico's die we zien op te kunnen vangen. Met onze buffer kunnen we onvoorziene tegenvallers opvangen.

Uitkeringen: Dit is geld wat we terug ontvangen als we teveel uitkeringen hebben gegeven.
Subsidieontvangst: Dit is geld wat we krijgen van het Rijk om onze taken uit te voeren. We krijgen geld voor onze algemene taken. Dat is de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Maar we krijgen ook geld voor speciale taken. Denk aan de bijstand of het openbaar vervoer. Dat geld mogen we niet aan iets anders uitgeven.
Belasting: Dit is geld wat we ontvangen uit bijvoorbeeld de onroerende zaak belasting, toeristenbelasting en parkeerbelasting.
Grond: Dit zijn inkomsten uit de verkoop, verpachting en gebruik van grond. Grootste inkomsten zijn de grondverkopen in de grondexploitatie. Maar ook het verkoop van grond voor tuinvergrotingen, verpachting van grond en reclame uitingen in de stad vallen hieronder.  
Reserves : Dit zijn onze spaarpotten. We halen geld uit onze reserves als er tegenvallers zijn of geld wat we gespaard hebben voor een bepaald doel.
Overige: Dit zijn vooral inkomsten uit verhuur en de parkeergarages. Ook dividenden en overige inkomsten vallen hieronder .